Lekker makkelijk van A naar B: tegenwoordig denken we steeds vaker aan de elektrische fiets. U hoeft zich hierbij geen zorgen te maken over het feit waar u het beste kunt parkeren en of het om een eenrichtingsweg voor auto’s gaat. De elektrische fiets is enorm populair geworden en steeds meer mensen maken er gebruik van. Ook kan het interessant zijn om uw personeel de mogelijkheid te geven om een elektrische fiets zakelijk te leasen.
U zou denken dat de elektrische fiets voor de wet gelijk staat aan de gewone fiets. Dit geldt zeker niet voor elk type elektrische fiets. De elektrische fiets is in de eerste plaats namelijk een motorrijtuig. Heeft de elektrische fiets ook een verzekeringsplicht? In deze blog wordt uiteengezet hoe het nu eigenlijk zit met de aansprakelijkheid en verzekeringsplicht bij schade door of bij het gebruik van de verschillende elektrische fietsen.
Hoewel het aan de buitenkant niet altijd te zien is, zijn er nogal wat verschillende typen elektrische fietsen. Zo kunt u bij de fietsenzaak onder andere kiezen uit een e-bike, elobike, speed-pedelec en elektrische fiets met trapondersteuning. Ook wordt daarbij nog onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen fietsen zoals wij die eigenlijk al kennen (elektrische stadsfiets, elektrische transportfiets, elektrische hybridefiets, elektrische mountainbike, enzovoorts).
Het is dus al moeilijk genoeg om vast te stellen op wat voor type elektrische fiets u rijdt. Als u dat uiteindelijk heeft vastgesteld, weet u dan ook al dat voor uw fiets een verzekeringsplicht geldt en of u voor de wet aangemerkt wordt als fietser of als motorrijtuig? Nee, hoogstwaarschijnlijk niet. De wet kent de (meeste) typen elektrische fiets namelijk niet. Er moet dus aangesloten worden bij de terminologie die de wet wel kent.
Op grond van artikel 2 WAM (Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen) geldt voor motorrijtuigen de verplichting om daarvoor een verzekering af te sluiten en in stand te houden. Er moet dus worden vastgesteld of uw fiets een motorrijtuig is. De wet stelt dat er sprake is van een motorrijtuig wanneer het gaat om een voertuig dat bestemd is om anders dan langs rails te worden voortbewogen (mede) door een mechanische kracht. Elke fiets met elektrische motor valt onder dit begrip. Immers, de aanwezigheid van de elektrische motor zorgt ervoor dat sprake is van een voertuig dat (mede) wordt voortbewogen door een mechanische kracht. De wet maakt alleen voor de fiets met trapondersteuning tot 25 km/u een uitzondering. Deze elektrische fiets is vrijgesteld van de verzekeringsplicht.
Kort samengevat: de fiets met trapondersteuning die niet harder gaat dan 25km per uur heeft geen verzekeringsplicht. Voor alle andere elektrische fietsen geldt wel een verzekeringsplicht. Denk hierbij aan de fietsen met trapondersteuning die harder kunnen dan 25km per uur, de e-bike die niet met trapondersteuning maar met een gashendel wordt voortbewogen (ook als die niet harder kan dan 25km per uur) en de bijzondere bromfiets (de elektrische step, stint en segway).
Steeds vaker wordt de mogelijkheid geboden om een elektrische fiets zakelijk te leasen. Wie heeft dan de verzekeringsplicht voor de fiets? De wet geeft aan dat de bezitter en degene op wiens naam dit in het kentekenregister is ingeschreven, verplicht zijn voor het motorrijtuig een verzekering af te sluiten. Afhankelijk van de gekozen leaseconstructie, kan de leasemaatschappij, werkgever of de werknemer de verzekeringsplicht hebben. Bij een werkkostenregeling of een renteloze lening zal de werknemer de bezitter zijn, bij een operational lease zal de leasemaatschappij bezitter zijn en bij financial lease zal de werkgever bezitter zijn.
Op de hoofdregel dat de bezitter de verzekeringsplicht draagt, bestaat alleen een uitzondering. Als er sprake is van een houder, die het motorrijtuig onder zich heeft op grond van huurkoop, het motorrijtuig in vruchtgebruik heeft of op een andere wijze (anders dan als bezitter) het motorrijtuig tot duurzaam gebruik onder zich heeft, is niet de bezitter maar die houder verplicht om het motorrijtuig te verzekeren. De werknemer die de fiets dus duurzaam in gebruik heeft, zal dus de verzekeringsplicht dragen, ook als de werkgever of de leasemaatschappij nog bezitter is van de fiets.
De gekozen constructie om een elektrische fiets te leasen is dus van belang bij de vraag wie de bezitter van de elektrische fiets is. De bezitter draagt in principe de verzekeringsplicht. Maar als er sprake is van een houder die de fiets duurzaam gebruikt, dan verschuift de verzekeringsplicht naar die houder.
Zoals hiervoor al aan bod kwam, geldt voor de elektrische fiets die enkel een trapondersteuning tot 25 km/u heeft, bij wijze van uitzondering geen verzekeringsplicht. Dat is mooi zou u denken, want dan hoeft u zich niet druk te maken over de vraag wie die fiets moet verzekeren. Dat klopt, maar wie gaat de schade aan derden vergoeden als met zo’n fiets een ongeval wordt veroorzaakt? De algemene aansprakelijkheidsverzekering sluit veelal de vergoeding van schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig uit. Omdat ook de elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/u in de eerste plaats een motorrijtuig is, kan de verzekeraar dus (soms terecht) weigeren om de schade te vergoeden.
Veel particuliere verzekeraars hebben in de polisvoorwaarden een bepaling opgenomen waarin specifiek wordt genoemd dat óók schade veroorzaakt met of door een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25km/u vergoed wordt. Als de fiets echter in de uitoefening van een bedrijf wordt gebruikt, dan zal de particuliere verzekeraar de schade mogelijk alsnog afwijzen omdat er geen sprake is van een “particulier risico”, maar van een “zakelijk risico”. Als werkgever kunt u dan mogelijk aansprakelijk worden gehouden voor de veroorzaakte schade. Het is dan vervolgens de vraag of uw bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering wèl dekking biedt voor de veroorzaakte schade. Zo nee, dan kunt u en/of uw werknemer met een enorme (letsel)schadevordering geconfronteerd worden.
Het blijkt overigens niet mogelijk om voor een fiets met trapondersteuning tot 25 km/u een specifieke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten (in tegenstelling tot de andere elektrische fietsen waar wel een verzekeringsplicht voor geldt). Omdat deze fiets niet hoeft te worden voorzien van een kenteken(plaatje), willen de verzekeraars hier ook geen specifieke aansprakelijkheidsverzekering voor aanbieden. Als de algemene aansprakelijkheidsverzekering dus geen dekking biedt, blijft u en/of uw werknemer zelf aansprakelijk voor de veroorzaakte schade.
Tot slot wordt een bestuurder van een elektrische fiets (met uitzondering van de elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/u) niet aangemerkt als “zwakkere verkeersdeelnemer”. Deze valt daarom niet onder de bescherming van artikel 185 WVV zoals een normale fietser. Bij een aanrijding met een auto wordt u dus aangemerkt als gelijkwaardige verkeersdeelnemer. De regel dat tenminste 50% van de eigen schade wordt vergoed, geldt dus niet voor u.
Het is aan te raden om vast te stellen wat voor type elektrische fiets u wenst te gebruiken en welke leaseconstructie u daarvoor wilt gebruiken. Die keuzes zijn essentieel om vast te stellen wie de verzekeringsplicht heeft en wie de schade bij een ongeval moet vergoeden.
Het Europees Hof heeft op 12 oktober 2023 een interessant arrest gewezen over de plaats van de elektrische fiets in het recht. Het Europees Hof heeft namelijk geoordeeld dat een elektrische fiets met een snelheid van 20 km/u géén motorvoertuig is als de elektro-aandrijving pas kan worden geactiveerd nadat er spierkracht is gebruikt. Dit wijkt af van de Nederlandse wet waarbij iedere fiets met elektrische aandrijving als een motorvoertuig wordt beschouwd.
De (mogelijke) gevolgen van dit arrest zijn interessant. Het Europees Hof heeft dit oordeel namelijk gevormd ten aanzien van een specifiek type elektrische fiets (aandrijving van max 20 km/u die wordt geactiveerd nadat er spierkracht is gebruikt). De Nederlandse wet kent een uitzondering voor de elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/u waardoor die categorie in de wet een vergelijkbare bescherming kent als de normale fiets. Maar door het oordeel van het Europees Hof mag de elektrische fiets überhaupt niet meer als motorvoertuig worden aangemerkt. Dat heeft mogelijk niet alleen gevolgen voor de hiervoor genoemde uitzonderingscategorie, maar ook voor de andere typen elektrische fietsen die er zijn.”
Heeft u een vraag naar aanleiding van deze blog over de verzekeringsplicht? Neem dan contact op met Sjoerd de Jong.
Neem contact met ons op of vraag direct een gratis intakegesprek aan. U krijgt binnen één werkdag een reactie.