Recent schreef ik een blog over paarden en letselschade. Er is nog een dier dat regelmatig letsel veroorzaakt: de hond. Naar schatting kampen er jaarlijks 150.000 mensen met een hondenbeet. In sommige gevallen lijdt een hondenbeet tot ernstig en blijvend letsel.
Op grond van artikel 6:179 BW geldt het volgende: “De bezitter van een dier is aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd toegebracht, in zijn macht zou hebben gehad”.
Deze vorm van aansprakelijkheid wordt gekwalificeerd als kwalitatieve aansprakelijkheid of risicoaansprakelijkheid. Hiermee wordt bedoeld dat de aansprakelijkheid niet gebaseerd is op schuld of verwijtbaarheid, maar op een bepaalde rol, hoedanigheid of kwaliteit. Het risico ligt bij de bezitter van het dier. In de meeste gevallen is de bezitter ook de eigenaar van de hond. De wet spreekt echter niet van eigenaar maar maakt onderscheid tussen een bezitter en een houder.
Op 25-11-2021 deed de rechtbank Oost-Brabant (ECLI:NL: RBOBR: 2021:6027) uitspraak in een zaak waarbij het slachtoffer een hondenbeet kreeg terwijl zij een visitekaartje in de brievenbus van een huis deed. Er was op dat moment niemand in de woning aanwezig. Het letsel na de hondenbeet bestond uit een botbreuk en een ernstige wond. Alhoewel de bezitter zich had verweerd, hij stelde dat niet gebleken was dat het slachtoffer op zijn adres was gebeten en dat hij ook geen hond bezat, wees de kantonrechter de vordering toe. De wijkagent was namelijk ingeschakeld en hierbij had de bezitter verklaard dat hij het voorval op nette wijze wilde regelen.
Ook zijn er gegevens van de aansprakelijkheidsverzekeraar verstrekt. Uit de medische informatie bleek bovendien dat het slachtoffer zich bij het ziekenhuis had gemeld vanwege verwondingen door een hondenbeet. De verweren van de bezitter tegen de hondenbeet troffen dan ook geen doel.
Maar als de bezitter aansprakelijk is, wil dit nog niet zeggen dat de schade van het slachtoffer na de hondenbeet volledig vergoed wordt. Als de aansprakelijkheid vaststaat, kan de bezitter zich erop beroepen dat het slachtoffer (mede) eigen schuld heeft aan het incident. Een geslaagd beroep op eigen schuld, heeft feitelijk tot gevolg dat de schadevergoeding lager uitvalt. Maar in deze zaak hielp het de bezitter niet. Ondanks dat het slachtoffer zelf haar hand in de brievenbus had gestoken om een visitekaartje te bezorgen, werd er geen eigen schuld van het slachtoffer aangenomen. Onder andere omdat er niet gewaarschuwd was, er was bijvoorbeeld geen bordje met ‘hier waak ik’, werd het beroep op eigen schuld afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat als iemand nietsvermoedend bij het bezorgen van reclamemateriaal zijn hand iets te ver in de brievenbus steekt en direct wordt gebeten door een hond, niet geoordeeld kan worden dat de schade na een hondenbeet mede een gevolg is van een omstandigheid die aan het slachtoffer kan worden toegerekend. De welbekende Nee/Nee sticker hielp de bezitter in deze situatie ook niet.
In de zaak die speelde bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waren de feiten als volgt. Op 24 juli 2016 reed het slachtoffer op zijn racefiets over een pad van ongeveer 1 meter breed. Hij naderde een voetganger en verminderde daarom vaart. Bij het passeren van de voetganger zag de racefietser plotseling dat deze een hond bij zich had, welke 0,5 tot 2 meter achter de voetganger liep. Op dat moment zou de hond in de richting van de racefietser het pad zijn overgestoken, waarna de racefietser hard heeft geremd en over de kop is geslagen. Als gevolg van de val is de fietser geheel verlamd geraakt. De zaak heeft tot een lange procedure geleid.
Eén van de twistpunten van partijen was dat de hond volgens de racefietser niet aangelijnd was en volgens de bezitter wel. Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat dit voor deze zaak niet relevant was omdat de hond kennelijk voldoende ruimte had om de racefietser te benaderen. Ook als hij wel was aangelijnd.
Ook in deze zaak was het beroep op eigen schuld vruchteloos. De bezitter voerde namelijk aan dat de racefietser op de bewuste plek niet mocht fietsen. De rechtbank oordeelde dat het niet uitmaakte of de racefietser er wel of niet mocht fietsen. Uit de getuigenverklaringen was namelijk gebleken dat de racefietser rustig fietste en dat de bezitter van de hond hem van tevoren al had gezien. Onder deze omstandigheden mocht de racefietser verwachten dat de bezitter zijn hond onder controle zou hebben. De uiteindelijke uitkomst is dan ook dat de schade van de racefietser volledig vergoed dient te worden.
Uit de rechtspraak en de praktijk blijkt dat letsel veroorzaakt door honden geen incidentele situatie is. In de meeste gevallen gaat het om een hondenbeet, maar zelfs een val (in)direct veroorzaakt door een hond kan tot aansprakelijkheid leiden. Een geslaagd beroep op eigen schuld ligt bij honden minder voor de hand. Het is dan ook van groot belang om goed verzekerd te zijn als bezitter, ook omdat de schade na een hondenbeet fors kan zijn.
Wilt u meer informatie over letsel na een hondenbeet of wilt u rechtsbijstand in uw letselschadezaak? Kijk dan op onze letsel door hondenbeet pagina en neem gerust contact op.
Neem contact met ons op of vraag direct een gratis intakegesprek aan. U krijgt binnen één werkdag een reactie.