Jaarlijks gebeuren er vele ‘paardenongelukjes’. Paardrijden is een veelvoorkomende tijdsbesteding. Helaas is dit niet zonder gevaar. Een paard kan schoppen of bijten maar ook er vandoor gaan. Letselschade veroorzaakt door paarden vanwege een bokkend of steigerend paard, komt ook regelmatig voor. Vaak loopt het goed af, maar soms is de letselschade veroorzaakt door paarden fors met alle gevolgen van dien.
Maar wie is er aansprakelijk bij letselschade veroorzaakt door paarden en wordt de schade altijd volledig vergoed?
In deze blog over letselschade veroorzaakt door paarden is de aansprakelijkheid van de gebruiksmatige gebruiker van een paard, buiten beschouwing gelaten. Hier volgt later een blog over.
Op grond van artikel 6:179 BW geldt het volgende bij letselschade veroorzaakt door paarden: “De bezitter van een dier is aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd toegebracht, in zijn macht zou hebben gehad”.
Deze vorm van aansprakelijkheid bij letselschade veroorzaakt door paarden wordt gekwalificeerd als kwalitatieve aansprakelijkheid of risicoaansprakelijkheid. Hiermee wordt bedoeld dat de aansprakelijkheid niet gebaseerd is op schuld of verwijtbaarheid, maar op een bepaalde rol, hoedanigheid of kwaliteit. Het risico ligt bij de bezitter van het dier. Achterliggende gedachte is, dat de bezitter een gemakkelijker op te sporen persoon is. In de meeste gevallen is de bezitter tevens de eigenaar van het paard. De wet spreekt echter niet van eigenaar maar van bezitter of houder.
Op een uitzondering na, is een bezitter vrij snel aansprakelijk bij letselschade veroorzaakt door paarden bij een derde. Dit betekent echter niet, dat de schade altijd voor volledige vergoeding in aanmerking komt. Als de aansprakelijkheid vaststaat, kan de bezitter zich er op beroepen dat het slachtoffer (mede) eigen schuld heeft aan het ongeval. Een geslaagd beroep op eigen schuld, heeft feitelijk tot gevolg dat de schadevergoeding bij letselschade veroorzaakt door paarden lager uitvalt. Deze eigen schuld discussies zorgen ervoor dat zaken met letselschade veroorzaakt door paarden regelmatig voor de rechter komen.
Eigen schuld is opgenomen in artikel 6:101 BW. Het vertrekpunt voor de beoordeling van de eigen schuld is het arrest van de Hoge Raad van 25 oktober 2002. In de (lagere) jurisprudentie komt veelvuldig naar voren dat paardrijden een activiteit is waaraan risico’s kleven en dat (de meeste) ruiters dit ook weten. Dit heeft tot gevolg, dat een beroep op eigen schuld zeker kans van slagen heeft. Bij de verdeling van het risico, valt op dat de leeftijd en ervaring van de ruiter een belangrijke rol spelen. Dit kwam bijvoorbeeld naar voren in de uitspraak van de rechtbank Gelderland d.d. 19 augustus 2018. In deze zaak over letselschade veroorzaakt door paarden ging een amazone proefrijden op een jonge onervaren pony en viel zij tijdens het proefrijden van de pony af, met onder andere heupletsel als gevolg. De amazone was een ervaren ponyrijdster en zij was ook meermaals kampioen geworden tijdens dressuurwedstrijden. De rechtbank oordeelde uiteindelijk dat de schade voor 33% voor eigen risico kwam vanwege de ervaring van het slachtoffer.
In de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 16 juni 2020, werd een beroep op eigen schuld echter verworpen. Het letsel ontstond, toen het slachtoffer het paard uit de stal haalde. Het slachtoffer verzorgde het paard tijdens de vakantie van de bezitter. Tijdens de verzorging van het paard, heeft het slachtoffer letsel aan haar rechterhand opgelopen. De zaak is gemeld bij de aansprakelijkheidsverzekeraar, maar deze wilde de schade niet vergoeden. Uiteindelijk werd er een procedure gestart. De aansprakelijkheidsverzekeraar deed tijdens deze procedure onder andere een beroep op de eigen schuld, maar het gerechtshof wees dit af. Volgens het gerechtshof is het enkele feit dat het slachtoffer bekend is met het gedrag van paarden, onvoldoende omstandigheid die aan het slachtoffer als eigen schuld kan worden toegerekend. Het verweer van de verzekeraar dat het slachtoffer voorzichtiger had moeten zijn (en dus eigen schuld heeft) door eerst de staldeur te sluiten alvorens het halster om te doen, slaagt ook niet omdat dit niet gedragen wordt door de feiten. De conclusie van het gerechtshof is dan ook dat de bezitter volledig aansprakelijk is voor de (letsel)schade als gevolg van het ongeval met het paard.
Om het nog wat ingewikkelder te maken, de eigen schuld kan ook weer gecorrigeerd worden. Dit wordt de billijkheidscorrectie genoemd. Dit kwam bijvoorbeeld aan de orde in een uitspraak van de rechtbank Gelderland d.d. 29 november 2016. In deze zaak was het slachtoffer een kind van 13 jaar. De aansprakelijkheid is erkend, maar de aansprakelijkheidsverzekeraar hanteert 30% eigen schuld. De rechtbank komt uiteindelijk tot de conclusie dat door middel van de billijkheidscorrectie de schade voor 100% vergoed dient te worden. Ten eerste omdat de bezitter een aanzienlijk ernstiger fout heeft gemaakt dan het slachtoffer en ten tweede omdat de bezitter verzekerd is. De bezitter hoeft de schade dus niet zelf te dragen.
Een ongeluk met een paard zit in een klein hoekje en de gevolgen kunnen aanzienlijk zijn. Hierdoor komen rechtszaken met letselschade veroorzaakt door paarden ook regelmatig voor. Op grond van artikel 6:179 BW volgt er echter al snel aansprakelijkheid. Een beroep op eigen schuld, is redelijk vaak succesvol maar kan soms ook weer (gedeeltelijk) teniet gedaan worden door de billijkheidscorrectie.
Wilt u meer informatie over letselschade veroorzaakt door paarden of wilt rechtsbijstand in uw letselschadezaak? Kijk dan op onze letsel door paarden pagina en neem contact op. Het eerste gesprek en een eerste inschatting van de haalbaarheid van uw zaak is altijd gratis.
Neem contact met ons op of vraag direct een gratis intakegesprek aan. U krijgt binnen één werkdag een reactie.